Oost-Indische kers planten

Oost-Indische kers is een vaste plant, maar in de tuinen van Russische tuinders wordt hij als eenjarige plant gekweekt. Oost-Indische kers is niet zozeer populair vanwege de bloemen, maar vanwege de ongewone bladeren met een zilveren of paarse bloei. De grootte van Oost-Indische kers van verschillende variëteiten kan sterk van elkaar verschillen, de lengte van de scheut varieert van 20 cm tot 3 meter.
Oost-Indische kerszaden kunnen vóór de winter worden geplant, maar dergelijke planten bloeien pas tegen het einde van de zomer en slechts een paar weken.
Om een snelle groei en langdurige bloei te verkrijgen, gebeurt het planten van Oost-Indische kers volgens de volgende eenvoudige regels. Het is het beste om reeds ontkiemde zaden te zaaien, en om de wortel zo snel mogelijk te laten verschijnen, wordt de gerimpelde schaal uit de zaden verwijderd en in water gedrenkt. Onmiddellijk nadat de wortel verschijnt, worden de zaden in dozen geplant.
Jonge planten met twee bladeren verdragen het planten het gemakkelijkst; volwassen Oost-Indische kers kunnen ziek worden en hun bloei zal worden uitgesteld.
Je kunt Oost-Indische kers rechtstreeks in de grond planten. In dit geval worden de zaden 2-3 per gat geplaatst, de afstand tussen de gaten wordt op 25-30 cm gehouden, de bloem geeft de voorkeur aan arme gronden, en alleen in dit geval zal hij genieten van overvloedige bloei. Vruchtbare bodems met een teveel aan organisch materiaal resulteren in bladgroei en weinig bloei.
De plaats voor het bloembed moet goed verlicht zijn; een gebrek aan zon zorgt ervoor dat de scheuten uitrekken en tegelijkertijd de bladeren krimpen.
Oost-Indische kers verdraagt ook geen gebrek aan vocht; sappige stengels, bladeren en een groot aantal scheuten vereisen overvloedige, regelmatige watergift. Met de juiste verzorging zal Oost-Indische kers u verrassen met zijn bloei van juni tot de vorst.