Frambozenteelt en verzorgingsmethoden

Frambozen zijn een van de nobele bessen die zeer goed reageren op de juiste verzorging. Als gevolg hiervan wordt de eigenaar van het perceel de eigenaar van een goede oogst die iedereen zal plezieren. Frambozen zijn erg lekker en gezond. Ze eten het graag onbewerkt en vriezen het in of maken er jam van voor de winter. De voordelen van frambozen zijn enorm, vooral tijdens periodes van griep en ARVI. Daarom zijn frambozenstruiken te vinden in elke datsja. Het kweken van frambozen kost weinig tijd, omdat deze plant niet grillig is. Daarom kunnen zelfs onervaren zomerbewoners zich zoveel plezier veroorloven.
De plaats voor het planten van zaailingen moet zonnig zijn en beschermd tegen de wind. Plaats de struiken langs het hek, want dan zullen het doornige struikgewas de teelt van andere bessen, groenten of fruit niet hinderen. De grond moet voedzaam zijn, verrijkt met humus. Te veel bodemvocht kan problemen veroorzaken, daarom moet deze goed worden gedraineerd. Elke plant moet op een afstand van 45 cm van elkaar staan, en het is beter om tussen de rijen een vrije ruimte van maximaal 2 meter vrij te laten.
Naarmate de stekken groeien, is het noodzakelijk om een steun in de vorm van een draad te creëren, omdat de nieuwe takken vrij zwak zijn. Frambozen houden erg van water, dus water moet regelmatig zijn. De grond moet elk voorjaar worden bemest met organische verbindingen. Om frambozen goed te kweken, moet je weten hoe en wanneer je ze moet snoeien. Zwakke en droge takken moeten worden verwijderd zodra ze verschijnen. In de herfst, wanneer de hele oogst is geoogst, moeten ook de takken die vrucht hebben gedragen, worden afgesneden.Volgend jaar zal er voor hen geen oogst zijn. Frambozen moeten worden geplukt terwijl ze rijpen. De rode frambozen moeten één à twee dagen aan de tak blijven, daarna worden ze zachter en zoeter.