Regionale kenmerken en tijd van het planten van aardappelen

Aardappelen zijn het populairste en meest gewilde gewas in ons land; ze worden niet voor niets het ‘tweede brood’ genoemd. Elke tuinman verbouwt deze groente op zijn perceel en lijkt er alles van te weten. Maar om een fatsoenlijke aardappeloogst binnen te halen, moet je een paar eenvoudige regels volgen voor het telen van het gewas.
Het eerste is om het juiste moment te kiezen om aardappelen te planten. De indicator voor het starten van de werkzaamheden is de bodemtemperatuur. Aardappelen kunnen worden geplant als de grond op een diepte van 12 cm opwarmt tot minimaal 6 -8 graden. Afhankelijk van de klimatologische omstandigheden in de regio valt de tijd voor het planten van aardappelen eind maart en tot half mei. aardappelrassen zijn doorgaans vorstbestendig en kunnen eerder geplant worden.
De plantdiepte van aardappelen is afhankelijk van de grondsoort. Op lichte grond wordt aanbevolen om groenten op 10 - 12 cm te planten; op zware exemplaren - tot 10 cm; voor turf - het is voldoende om 6-7 cm in de grond te planten.
Voor een goede vorming en ontwikkeling van de struik- en wortelgewassen is de plaatsing van het gewas op het perceel van groot belang. Aardappelen hebben voldoende ruimte nodig, dus de afstand tussen de rijen moet minimaal 50 cm zijn, en tussen de struiken van dezelfde rij 30 - 35 cm.
Tuinders oefenen 2 hoofdmethoden uit voor het planten van aardappelen: zelfs "glad" en geribbeld. De keuze van de methode is afhankelijk van de weersomstandigheden in de regio en het bodemtype. Waar de zomers over het algemeen heet en droog zijn en de grond licht is, is een gladde beplanting geschikter.En omgekeerd is het voor zware natte gronden in de westelijke of noordelijke regio's beter om de voorkeur te geven aan randbeplanting.