Aardappelen planten en verzorgen

Het planten en verzorgen van aardappelen is geen moeilijke taak, maar vereist wel de nodige aandacht en tijd. Om dit gewas te planten, moet je allereerst de grond voorbereiden. Dit moet in het najaar gebeuren. Het gebied moet worden ontdaan van onkruid en insectenplagen moeten worden vernietigd. Graaf vervolgens de grond op en voeg de volgende meststoffen toe (berekening per 1 m²):
- compost - 1 emmer,
- superfosfaat – 30 g.,
- kaliumzout – 15 g.
In het voorjaar is het de moeite waard om de grond te bemesten met stikstofmeststoffen.
Je kunt beginnen met het planten van aardappelen als de grondtemperatuur minimaal vijf graden is. Voor het planten worden aardappelknollen gebruikt (als je vroeg wilt oogsten, moet je ze eerst ontkiemen). Direct voor het planten kunt u voor het gemak de plantgebieden afbakenen met een draad. Aardappelrijen moeten op een afstand van ongeveer 60 cm van elkaar worden geplaatst. In een rij is de afstand tussen de knollen 30 cm. De plantdiepte is 6-10 cm.
Aardappelverzorging
Vijf dagen na het planten moet u voor uw toekomstige oogst zorgen. Bewapen jezelf met een hark en maak de grond lichtjes los. Deze actie doodt onkruid en plaagt planten bij de wortel. Dezelfde procedure moet worden uitgevoerd na elke watergift en regen, maar alleen als het water volledig in de grond is opgenomen. De aardappelen worden gevoed met vloeibare vogelpoep in een hoeveelheid van 100 gram per vierkante meter. Aardappelen moeten worden bewaterd met een snelheid van 3 liter water per 1 struik. De hoeveelheid water is afhankelijk van de weersomstandigheden (regen, droogte), maar is meestal 3-5 keer per seizoen.