Nederlandse aardappelrassen

Aardappelen zijn een van de belangrijkste groenten die op de velden en zomerhuisjes van ons land worden verbouwd. Er zijn veel soorten aardappelen die op verschillende kenmerken van elkaar verschillen.

De laatste tijd zijn zomerbewoners steeds meer Nederlandse aardappelrassen gaan planten. Dit komt door het feit dat deze rassen minder vatbaar zijn voor verschillende ziekten en een vrij hoge en hoogwaardige oogst opleveren.

Bijzonder populair zijn Nederlandse aardappelrassen zoals Mona Lisa, Yarla, Cleopatra, Ukama, Asterix, Frisia en vele anderen.

Vergeleken met andere variëteiten wordt Mona Lisa beschouwd als het meest resistent tegen verschillende virusziekten. Tegelijkertijd is de opbrengst erg hoog: uit één struik kun je twee kilo aardappelen of meer halen. Maar deze variëteit zal niet overleven in gewone grond. Het heeft stikstofmeststoffen nodig.

Yarla is een vroeg aardappelras. Het voordeel is dat er geen extra bemesting nodig is. Elke grond is geschikt voor de teelt ervan. De opbrengst van Yarla is gelijk aan die van het vorige ras.

Cleopatra wordt beschouwd als een vroege en hoogproductieve variëteit. Eén aardappelstruik levert ruim 2,5 kilogram oogst op. Om deze variëteit te laten groeien, is zand- of kleigrond vereist. Het enige nadeel van Cleopatra is haar instabiliteit tot korstvorming.

Ook Ukama is een vroege en hoogproductieve variëteit. Tegelijkertijd is het zeer resistent tegen verschillende aardappelvirussen.

Het ras Asterix wordt gekenmerkt door hoge opbrengst, uitstekende smaak en lange houdbaarheid.

Frisia is een Nederlands middenseizoen aardappelras. Het wordt gekenmerkt door een hoge immuniteit tegen verschillende aardappelziekten en een goede opbrengst (ongeveer twee kilogram per struik).