Druif

Zonminnende druiven groeien goed op warme plaatsen waar weinig wind staat. Elke grond behalve moerassige plaatsen is geschikt voor zijn groei. Druivenrassen met lichte vruchten zijn niet zo veeleisend voor een warme teeltlocatie dan rassen met donkere, blauwe bessen. De grond moet vóór het planten grondig worden voorbereid en bemest.

Voor het verbouwen van druiven is de ideale plek een helling op het zuidoosten of zuiden. In koude gebieden kunnen struiken worden geplant langs een hek in het zuiden. Druiven zijn een houtachtige plant uit het geslacht van lianen. Daarom is er voor de groei vooraf een ondersteuningssysteem gebouwd. Het bestaat uit verticale pilaren en daartussen gespannen draden.

Het planten van druiven gebeurt door stekken: in de zuidelijke regio's van eind oktober tot begin maart, en in andere gebieden - in de lente. Tijdens de groeiperiode heeft de plant echt complexe meststoffen nodig. Een belangrijke factor is het snoeien van de stengels. In dit gedeelte kunt u meer te weten komen over alle details van het telen van druiven.